Victory over the Sun,
in situ installation
( reflective foil, artificial light projection)
ROMANTIC PARADOX
21.01.23 tot en met 26.02.23
De GARAGE Onder Den Toren 12A Mechelen De in situ installatie van Kaat Van Doren staat in rechtstreekse relatie tot de zon. In de tentoonstellingsruimte valt het zonlicht binnen in de vroege ochtend, daarom is De Garage uitzonderlijk geopend vanaf 8:30. Omdat dit deel van de expo een work in progess is zal de kunstenaar op woensdagvoormiddagen in de ruimte werken en bezoekers te woord staan.
ROMANTIC PARADOX finissage en artist talk (NDL) 26.02.23 om 14:00
moderator/curator Tamara Beheydt, kunsthistorica Els Roelandt, professor astrofysica Katrien Kolenberg, Kaat Van Doren
Waiting For Golden Hour, in situ installation (sunlight, orange foil, transparent tape)
ROMANTIC PARADOX
In haar artistieke praktijk gaat Kaat Van Doren een dialoog aan met de zon. De eerste ruimte in De Garage baadt in een oranjegele gloed, die misschien het licht van een romantische avondzon oproept. Anderzijds kleuren vervuilde luchten, bijvoorbeeld na een bosbrand, ook oranje. De zon liegt niet en toont gevolgen van de steeds urgentere klimaatproblematiek.
Aan het begin van de negentiende eeuw schilderden romantische kunstenaars zoals William Turner en Caspar David Friedrich spectaculaire luchten en zonsondergangen. Rond diezelfde tijd schreef Mary Shelley het eerste science fictionverhaal: Frankenstein; or The Modern Prometheus. Onderzoekers linken dit aan de uitbarsting van de Indonesische vulkaan Tambora in 1815. De wereldwijde weerkundige gevolgen, en de daarop volgende ‘zomer zonder zon’, bleken een onmiskenbare impact te hebben op de kunstenaars van die tijd.
De in situ installatie Waiting for Golden Hour is per defintie onaf: de kunstenaar markeert waar mogelijk het zonlicht binnenvalt. Doorheen de duur van de tentoonstelling verandert de stand van de zon; de installatie is dus nooit twee keer dezelfde. Als bezoeker is het wachten of de zon verschijnt en met welke impact. Maar “en attendant, il ne se passe rien:” wachten we als mens tevergeefs op het kortstondige romantische gouden uur, of op permanent vervuilde oranje luchten? De snelheid van de draaiing van de aarde staat in schril contrast met de traagheid waarmee de mens actie onderneemt om het klimaat te redden.
Het geduld dat de kunstenaar opbrengt om de zon te volgen, en de vertraging waartoe ze haar publiek in deze installatie uitnodigt, stroken niet met een kapitalistisch begrip van tijd. Het draait namelijk niet om rendabele productiviteit, maar enkel om het wachten, op iets waarvan we niet zeker weten dat het zal verschijnen. Het zonlicht is altijd voorwaardelijk en veranderlijk.
In dezelfde ruimte laat Van Doren een fragment van haar Post-Romantic Index: Between Bitumen and Sunlightdoorschemeren, een lijst begrippen die ze tijdens haar onderzoek tegenkwam. De zorgvuldige inventaris van wetenschappelijke of poëtische termen is een veruitwendiging van haar (en bij uitbreiding, het menselijke) verlangen om het natuurlijke fenomeen van de zon te (be)grijpen. Enerzijds probeert ze vat te krijgen op iets ongrijpbaars, anderzijds benadrukt de installatie de vrijheid en wilskracht van de zon. Zo verbeeldt ze de ambigue relatie van de mens met de natuur: aan de ene kant wil de westerse wetenschap die bestuderen en beheersen, aan de andere kant zal dit nooit volledig mogelijk zijn: de natuur laat zich niet temmen.
De paradox tussen een romantische schoonheid en de quasi-apocalyptische gloed van vervuiling, zit ook in het bitumen dat Van Doren gebruikt: een materiaal dat overblijft bij het destilleren van ruwe aardolie (die ontstaat uit fossiele resten die onder de aarde en de zee miljoenen jaren zonlicht opslaan). Het is een restproduct, maar ook een fascinerende en transformerende materie: bij warme temperaturen is het kleverig en vloeibaar, onder invloed van koude kan het hard en glanzend als glas worden. In de reeks Miroir Noir: Bitumina verheft de kunstenaar het harde, gebroken bitumen tot archeologische vondsten of edelstenen, waarvan de verleidende schoonheid nog versterkt is door de ondergaande zon die ze reflecteren.
Als de eerste ruimte in de tentoonstelling eerder immaterieel, efemeer of zelfs transcendent aandoet, dan is alles in de tweede ruimte net heel tastbaar. Het donkere bitumen past conceptueel en esthetisch in de industriële ruimte van De Garage. In 2017 bekleedde Van Doren een verlaten benzinestation, binnen én buiten, met bitumen. Door het diepe, kleverige zwart, lijkt het gebouw elk perspectief te verliezen en krijgt het een absorberende kracht, bijna als een zwart gat. Ook de zelfvormende plas bitumen, waarmee ze voor het eerst dit materiaal rechtstreeks in de tentoonstellingsruimte binnenbrengt, heeft dit effect.
Van Doren legt een historische link met de magie en de misleidende kracht van de zwarte spiegel waarin men in verschillende culturen en mythologieën toekomst en verleden las; van opborrelende aardolie in de Midden-Oosterse oudheid tot obsidiaan bij de Azteken. In de achttiende eeuw werd door Engelse amateurschilders weleens een zwart spiegeltje gebruikt in de zoektocht naar een ideaal landschap met sterke kleurcontrasten – à la Claude Lorrain, vandaar de gangbare term ‘Claude glass.’
Het gebruik van een ‘Claudespiegel’ is exemplarisch voor de romantische constructie van natuur. Onder andere in schilderkunst, maar ook in zorgvuldig ontworpen parken of tuinen, worden fictieve landschappen geïdealiseerd, terwijl de mens in werkelijkheid destructief handelt tegenover de natuur. Rond deze zeer dubbelzinnige verhouding, tussen schoonheid en (zelf)vernietiging, tussen het natuurlijke en het artificiële, tussen het existentiële en het ecologische, tussen wachten en arbeid, tussen bitumen en zonlicht, roept Van Dorens oeuvre vragen op.