PERS /PRESS REVIEW
Waiting for: GOLDEN HOUR
Els, Roelandt "Klimaatstress en de romantische paradox"
H ART magazine, nr 227 gepubliceerd op 06/09/2022
https://hart-magazine.be/
klimaatstress_en_de_romantische_paradox.pdf
Waiting for: GOLDEN HOUR
Els, Roelandt "Klimaatstress en de romantische paradox"
H ART magazine, nr 227 gepubliceerd op 06/09/2022
https://hart-magazine.be/
klimaatstress_en_de_romantische_paradox.pdf

Artist Talk 29/08/2021: Tamara Beheydt _ Kaat Van Doren (© camera Brent Herdewijn)
presentation publication / presentatie publicatie: waiting for: GOLDEN HOUR
presentation publication / presentatie publicatie: waiting for: GOLDEN HOUR
Kaat Van Doren
waiting for: GOLDEN HOUR
2021
text /teksten: Tamara Beheydt (kunsthistorica ) & Katrien Kolenberg (astrofysica)
curator/ Bruno Stockmans
design/ grafisch ontwerp: Jean Michel Meyers
language/taal: eng/ndl
publisher/uitgever: Stockmans Art Books
ISBN 9789464363005
bestel/order
https://www.stockmansartbooks.be/nl/
prijs/price /45 €
waiting for: GOLDEN HOUR
2021
text /teksten: Tamara Beheydt (kunsthistorica ) & Katrien Kolenberg (astrofysica)
curator/ Bruno Stockmans
design/ grafisch ontwerp: Jean Michel Meyers
language/taal: eng/ndl
publisher/uitgever: Stockmans Art Books
ISBN 9789464363005
bestel/order
https://www.stockmansartbooks.be/nl/
prijs/price /45 €
PERS /PRESS REVIEW
Waiting for: GOLDEN HOUR
Els, Roelandt "Klimaatstress en de romantische paradox"
H ART magazine, nr 227 gepubliceerd op 06/09/2022
https://hart-magazine.be/
klimaatstress_en_de_romantische_paradox.pdf
Waiting for: GOLDEN HOUR
Els, Roelandt "Klimaatstress en de romantische paradox"
H ART magazine, nr 227 gepubliceerd op 06/09/2022
https://hart-magazine.be/
klimaatstress_en_de_romantische_paradox.pdf
artikel H ART nr 227 p85-87
BOEKEN
Klimaatstress en de romantische paradox
Els Roelandt
Kaat Van Doren, Waiting for: GOLDEN HOUR
Aan het begin van deze zomer, eentje die de geschiedenis zal ingaan als een van de warmst en meest vernietigende, ga ik in het Mechelse stadscentrumop zoek naar het werk GOLDEN HOUR (2019-ongoing), een in-situ-installatie die beeldend kunstenaar Kaat Van Doren in de voormalige winkelpui van haar huis maakte. Enkele weken voordien had Van Doren me een exemplaar opgestuurd van het kunstenaarsboek, uitgegeven bij Stockmans Art Books, dat ze maakte naar aanleiding van deze installatie. Het boek was zo betoverend en mysterieus dat ik de installatie ook in het echt wilde zien. De winkelpui is, ook al is het laat op de namiddag, nog steeds zonovergoten. Letterlijk. Het licht van de zon slaat loodzwaar neer in de verlaten winkelstraten in het centrum vande stad, waar verharde en boomloze straten en pleintjes nergens schaduw bieden, koopwaar verbleekt onder de niet aflatende zonneschijn, en soesjes smelten. Het is droog, en heet. Binnen in de ruimte geeft de zonnegloed een diepe, warme, oranje kleur. Kaat en ik zitten samen een poosje in de installatie. Ze legt de beweging van de zon uit die verglijdt in de ruimte, ze toont de manieren waarop ze de beweging aan de hand van schaduwstroken— de meest voelbare sporen van de aanwezigheid van de zon — probeert te vatten, meetbaar, traceerbaar te maken. De schaduwstroken die spelen op de muren, het raam en de vloerbekleding, zijn als een cluster van zonnewijzers. Voor mij doen ze de tijd tilt slaan. De lucht voelt ijl in de ruimte, dat is bedrog natuurlijk maar het licht maakt me echt duizelig, de vloer lijkt onder me weg te schuiven. Gelukkig vinden we snel soelaas in Van Dorens schaduwrijke stadshuis en tuin. Schaduw, volgens een verhaal opgetekend door Plinius de Oudere, de bron van alle kunst. De dag na mijn bezoek aan GOLDEN HOUR word ik ziek, ik zal voor enkele weken out zijn en tot na de zomervakantie niet meer werken.
Na twee covidzomers wordt er in juli en augustus weer volop gereisd. De Franse autoroute du soleil laat duizenden auto’s richting Zuiden over zich heen rollen in een eindeloze stroom. De parkings aan de benzinestations langsheen deze verschrikkelijke autoweg zijn bezaaid met afval: overal lege dozen van fast- food, platgetrapte bekers, plastieken flessen. Vuilnisbakken puilen uit, mensen zweten. Op mijn zomerse bestemming, waar het al weken plus dertig graden is, waar de grond en de vegetatie volledig zijn uitgedroogd omdat het al weken niet meer heeft geregend, waar de temperatuur ook ‘s nachts niet onder de 24 graden daalt, voel ik me nog ellendiger. Een soort van angst overvalt me. Ik zal het fenomeen later geduid zien in verschillende media: ik heb last van klimaat- angst. De klimaatstress waaraan ik lijd bestaat natuurlijk al langer dan vandaag. Het trage geweld voortgebracht door klimaatverandering, toxische afvalstromen, ontbossing, olielekken en de ecologische nasleep van oorlogsvoering trof in het verleden in de eerste plaats het globale zuiden, en de arme bevolking. Sneller dan gedacht bereikt ze vandaag ook het rijke noorden: bossen branden, rivieren staan droog, gletsjerssmelten aan een recordtempo, we krijgen de ene hittegolf na de andere. Ik voel terwijl ik dit schrijf meteen de onverschilligheid dat het cliché van deze opsomming oproept. Moedeloosheid, wat te doen?
Kaat Van Doren: ‘De titel van mijn werk, GOLDEN HOUR, is een zeer bewuste knipoog naar Beckett. De huidige onzekerheid en angst die ontstaan door de klimaatcrisis brengen vertwijfeling over de zin van het menselijk bestaan. Wachten we met ons allen op wereldwijde permanente oranje lucht veroorzaakt door luchtverontreiniging? In vergelijking tot de kracht en de snelheid van de rotatie- beweging van de aarde is de actie die de mensheid onderneemt om de klimaat- verandering te stoppen zeer zwak en traag. Vladimir en Estragon ondernemen ook geen actie en wachten op wat er gaat gebeuren. Ze wachten op iets of iemand, desnoods op de dood. Alle personages zijn met tijd bezig maar komen in werkelijkheid niet vooruit. De enige verandering, het enige houvast in het verhaal, is de boom die transformeert met de seizoenen. In het verhaal is de natuur zeer aanwezig, net zoals in de huidige klimaatcrisis. Deboom is het symbool van de cyclische tijd. De boom verliest en krijgt blaadjes, dit ervaar ik als hoopvol in het verhaal. Ik wacht op het zonlicht dat hoe dan ook steeds terugkomt. Deze geruststellende voorspelbaarheid staat in contrast met de onvoorspelbaarheid van de kracht van de zon ten gevolge van de impact van de mens op aarde. Het vergeefse wachten op menselijke actie staat in contrast met de actieve sterke natuurkracht.’
In 2011 schreef Professor Rob Nixon het invloedrijke boek Slow Violence and the Environmentalism of the Poor. Hij onderzoekt daarin de onverschilligheid die een succesvolle implementatie van een klimaatbeleid reeds tientallen jaren wereldwijd dwarsboomt. Er is te lang geen ‘sense ofurgency’ geweest. De impact van de klimaatverandering is immers traag, niet evenementieel, niet explosief, niet spectaculair... Dat schreef Nixon in 2011.In zijn boek zoekt hij onder andere naar een manier waarop het narratief en de beeldvorming over slow violence, het trage geweld, kan worden aangepast zodat het wel ‘binnen de formats van FoxNews en CNN’ past. Ondertussen, tien jaar nadat het boek verscheen, is het explosieve en zichtbarekarakter van de klimaatverandering wel bereikt. Klimaatverandering is niet meer gradueel, ze is nu welspectaculair en heeft wel onmiddellijk effect. Dat de tijd Nixons boek heeft ingehaald maakt het nietminder interessant. De mechanismen die Nixon in 2011 uiteenzette — of beter waar hij voorwaarschuwde — zijn thans volledig zichtbaar. Nog altijd minder zichtbaar zijn de zoveleklimaatactivisten die Nixon in zijn boek voorstelt (waaronder Wangari Maathai uit Kenya, deklimaatactiviste die in 2011 overleed schreef in Unbowed: A Memoir (2006) over het belang van hetbegrip bodem. Ze vergeleek het verlies aan bodemgrond met het verlies van landoppervlakte aan eenexterne vijand en klaagde de discrepantie tussen de respectieve reac- ties op beide aan. Bij verlies vanlandoppervlakte wordt meteen het leger inge- schakeld, bij bodemverlies onderneemt men zo goedals niets). Nixon schrijft over de manier waarop activisten zich engageren en organiseren, en hoe ze nog steeds gehoond worden. Denk maar aan de intimidatie aan het adres van de jonge klimaatactivisteGreta Thunberg. Met dit boek levert Nixon een belang- rijke bijdrage aan de ecokritiek, een steeds belangrijker wordend studiedomein dat de brug slaat tussen literatuur en ecologie.
Maar terug naar Kaat Van Doren. Tijdens de zomer zag ik op verschillende Instagrampagina’smeldingen over klimaatangst en klimaatstress. Anderen, zoals Kaat, stuurden me confronterende natuurbeelden. Van Doren bezorgde me de beelden vanuit het Spaanse CDAN, Centro de Arte y Naturaleza waar ze op residentie was, uitgenodigd naar aanleiding van haar kunstenaarsboek. Ze zet er haar onderzoek naar het vermogen van de zon, de relatie tussen mens, tijd en ruimte en de exploitatievan het landschap door de mens verder.
Kaat: ‘CDAN bestaat sinds 2006 en brengt tijdelijke tentoonstellingen die spe- cifiek focussen opnatuur en landschap. Op uiteenlopende specifieke locaties in het Aragonese landschap realiseerdeninternationale kunstenaars er landart- werken. Het gaat onder meer om werk van Richard Long, UlrichRückriem en Per Kirkeby. CDAN bezit ook een interessant referentiecentrum dat focust op de relatietussen kunst, natuur en landschap. Aangezien mijn artistiek onder- zoek deels bestaat uitkunsthistorisch en documentair onderzoek, biedt de spe- cialisatie van deze bibliotheek gelegenheid totreflectie over landschapskunst, kunst in de publieke ruimte, ecologische kunst, omgevingskunst… Wistje dat in deze hete zomer in Spanje klimaatschuilplaatsen opgelijst worden? Daar horen ook bibliotheken bij.
Mijn artistiek onderzoek gaat van het kunstige pittoreske schilderij naar het politieke en ecologischelandschap. Ik verken en documenteer tijdens mijn resi- dentie het (veranderende) landschap waarbij mijnfocus ligt op de transformatie van het aardoppervlak in giga fotovoltaïsche zonnepaneelparken als gevolgvan de klimaatverandering. De exploitatie is volop aan de gang. Wat is de invloed van dezetoenemende aanwezigheid op het landschap en het agrarische plat- telandsleven? Het Aragoneselandschap is indrukwekkend mooi, weids en leeg. Ik ervaar het als oeroud en mythisch, het doet medenken aan pittoreske schil- derijen. De realiteit overtreft bijna de illusie van de verbeelding. De grotetech- nologische aanwezigheid van zonneparken staat opvallend in contrast hiermee. De massale opstelling van schilden, als zwarte spiegels gericht naar de zon, werkt heel bevreemdend en raakt mijn verbeelding. Het doet me denken aan Stonehenge.
Omdat Aragon zo uitgestrekt en dunbevolkt is, is de streek aantrekkelijk voor investeerders inzonneparken. Weinig mensen, dus weinig stemmen die wegen op het beleid. Boeren worden door grotebedrijven benaderd om hun landbouw- grond te verhuren, vruchtbare gronden worden velden vanzonnepanelen. De boer krijgt inkomenszekerheid in plaats van onzekerheid door mislukte oogsten. In het kader van de klimaatcrisis is het benutten van de energie van de zon belangrijk, anderzijds toveren dezonneparken het landschap om tot een grote zwarte spie- gel en vergeet de boer zijn stiel. Eenromantische paradox?
Ik zie hier in mijn omgeving grote oppervlaktes die zwartgeblakerd zijn, waar bosbranden hebben gewoed en opnieuw opflakkeren in de hitte. Waar het vuur ondergronds blijft smeulen. De rook filtert de zonnestralen en je ziet overdag een oranje gloed. Ik wandel op een gebarsten verdroogdeaardkorst, opgekrulde scherven terracotta die het geluid maken van krakend ijs. Die erva- ringen wil ikin een nieuwe reeks schilderijen en plein air verwerken. Mijn artis- tiek onderzoek betreft het vermogen van de zon. Ooit ontstond aardolie door inwerking van zonlicht op plantaardige resten. Via deverwerking in de petro- chemie ontstond de luchtvervuiling die ons vandaag in de klimaatcrisis stort. Ik vraag me af waar de zonnepanelen ons zullen brengen...’
In een Instagrampost had Kaat het al over de idee van de romantische paradox. Die voelde ik ooksterk aan bij haar thuis, in de vitrine, toen ik de installatie bezocht: een sublieme installatie die tegelijk ook zo beangstigend en beklemmend is dat je er snel weg wil.
‘Mijn artistieke praktijk wordt getriggerd door de romantische paradox’, vertelt Kaat. ‘Puurheid bestaat niet, het is een fictie. Het romantische westerse verlan- gen naar authenticiteit, echtheid en zuiverheidis een constructie. In ons wes- telijk streven naar het natuurlijke gaan we eigenlijk kunstmatig te werk.Wat we als natuurlijk zien, is vaak heel kunstmatig geënsceneerd. De associatie die wij maken metnatuur is concreet vormgegeven door de romantici, we bewonderen of verlangen landschappen diewellicht nooit hebben bestaan. Wanneer wordt verbeelding een leugen en hoever kan dit gaan?
In mijn arbeidsintensieve zoektocht, de bijna dwangmatige pogingen om het zonlicht vast teleggen, te vatten en te kaderen in dialoog met de zon, schuilt een fundamentele paradox. Enerzijdstracht ik het licht te meten en te bedwin- gen, doordrongen van een westerse wetenschappelijke manier van denken, waarbij ik de natuurlijke levende tijd analyseer, frame en fixeer. Anderzijds vestig ikjuist de aandacht op de wil van de natuur zelf, die in principe vrij is en zich, ondanks verwoede pogingen, nooit volledig laat bedwingen. Transformatie is het beeld, het worden en vergaan. Hetresultaat van de in-situ-installatie is con- stant in beweging door de participatie van de zon alshoofdrolspeler. Ik eis de tijd op van de toeschouwer, wanneer verschijnt het zonlicht en wat vertelt de zon?
Al vele jaren — sinds 2009 — is het dus een haast onmogelijke maar versla- vende onderneming omen plein air schaduwen en zonlicht te vangen op een drager (van canvas en papier tot een muur ofvloer). De onlosmakelijke verbon- denheid tussen de rotatiebeweging van de aarde en de natuurlijkelevende tijd van zonlicht wil ik ervaren, vastleggen en overbrengen. De constante lichtveran- deringmaakt van mijn verlangen evengoed een complete ergernis en frustratie als een intense ontroering enfascinatie. Vandaag is het technologisch perfect mogelijk om het zonlichtspel te vervangen doorkunstmatig licht en een kunst- matig natuurdecor in het atelier. Op deze manier zou ik rustig kunnenwerken, niet opgejaagd door de draaiing van de aarde of niet gestoord door minder zon- nige dagen. Elklichtmoment of iedere tijdsequentie zou ik kunnen stilzetten om af te werken wat ik begon. Maar stilstandbestaat niet en is kunstmatig. Ik wil het kortstondige, vergankelijke moment vatten. Hoelang is nu?Wanneer is er zon- licht? Het aspect tijd speelt een rol. Ik wacht op de zon om haar lichtprojecties tevolgen en vast te leggen in een stoffelijk beeld. Mijn werk is een dialoog met de zon, afhankelijk van dezon en op die manier een metafoor voor de onderlinge afhankelijkheid tussen mens en natuur. De enigezekerheid is dat de zon steeds terugkomt. Valt een door de zon geprojecteerd lichtbeeld ooit terug opdezelfde plaats?’
Terwijl Kaat hierover vertelt, denk ik aan Ramses Shaffi: ‘Je kunt niet houden van de zon’declameerde hij in Pastorale. Ik vond die zin altijd al zo hard, Shaffi sprak hem ook heel dwingend uit, entegelijk is de uitspraak zo waar. Kaat: ‘Het leven en de dood komen samen in de zon: je kan niet in hetzonlicht kijken. Ik ervaar de levensnoodzakelijke en de vernietigende kracht van de zon niet als een dualiteit maar als een eenheid. Naar aanleiding van mijn fascinatie voor de zon en mijn onderzoek voorGOLDEN HOUR schreef professor astrofysica Katrien Kolenberg het essay Kinderen van de Zon voormijn boek en vertelt ze hoe wij afstammelingen zijn van de Zon. Net als de Sami en zoveel andereculturen waar de Zon als voorouder beschouwd wordt, heb ik een grote liefde voor de zon: van de eerstezonnestraal die de aarde bereikt en de magie van licht en schaduw tovert tot het laatste korte momentvan de zonsondergang. De zon gaat echter niet onder, het is de aarde die draait. Net dat laatste kantelmoment is existentieel.’
Het trage geweld voortgebracht door klimaat- verandering, toxische afvalstromen, ontbos- sing, olielekken en deecologische nasleep van oorlogsvoering trof in het verleden in de eerste plaats het globale zuiden, en de arme bevolking. Sneller dan gedacht bereikt ze vandaag ook het rijke noorden.
BOEKEN
Klimaatstress en de romantische paradox
Els Roelandt
Kaat Van Doren, Waiting for: GOLDEN HOUR
Aan het begin van deze zomer, eentje die de geschiedenis zal ingaan als een van de warmst en meest vernietigende, ga ik in het Mechelse stadscentrumop zoek naar het werk GOLDEN HOUR (2019-ongoing), een in-situ-installatie die beeldend kunstenaar Kaat Van Doren in de voormalige winkelpui van haar huis maakte. Enkele weken voordien had Van Doren me een exemplaar opgestuurd van het kunstenaarsboek, uitgegeven bij Stockmans Art Books, dat ze maakte naar aanleiding van deze installatie. Het boek was zo betoverend en mysterieus dat ik de installatie ook in het echt wilde zien. De winkelpui is, ook al is het laat op de namiddag, nog steeds zonovergoten. Letterlijk. Het licht van de zon slaat loodzwaar neer in de verlaten winkelstraten in het centrum vande stad, waar verharde en boomloze straten en pleintjes nergens schaduw bieden, koopwaar verbleekt onder de niet aflatende zonneschijn, en soesjes smelten. Het is droog, en heet. Binnen in de ruimte geeft de zonnegloed een diepe, warme, oranje kleur. Kaat en ik zitten samen een poosje in de installatie. Ze legt de beweging van de zon uit die verglijdt in de ruimte, ze toont de manieren waarop ze de beweging aan de hand van schaduwstroken— de meest voelbare sporen van de aanwezigheid van de zon — probeert te vatten, meetbaar, traceerbaar te maken. De schaduwstroken die spelen op de muren, het raam en de vloerbekleding, zijn als een cluster van zonnewijzers. Voor mij doen ze de tijd tilt slaan. De lucht voelt ijl in de ruimte, dat is bedrog natuurlijk maar het licht maakt me echt duizelig, de vloer lijkt onder me weg te schuiven. Gelukkig vinden we snel soelaas in Van Dorens schaduwrijke stadshuis en tuin. Schaduw, volgens een verhaal opgetekend door Plinius de Oudere, de bron van alle kunst. De dag na mijn bezoek aan GOLDEN HOUR word ik ziek, ik zal voor enkele weken out zijn en tot na de zomervakantie niet meer werken.
Na twee covidzomers wordt er in juli en augustus weer volop gereisd. De Franse autoroute du soleil laat duizenden auto’s richting Zuiden over zich heen rollen in een eindeloze stroom. De parkings aan de benzinestations langsheen deze verschrikkelijke autoweg zijn bezaaid met afval: overal lege dozen van fast- food, platgetrapte bekers, plastieken flessen. Vuilnisbakken puilen uit, mensen zweten. Op mijn zomerse bestemming, waar het al weken plus dertig graden is, waar de grond en de vegetatie volledig zijn uitgedroogd omdat het al weken niet meer heeft geregend, waar de temperatuur ook ‘s nachts niet onder de 24 graden daalt, voel ik me nog ellendiger. Een soort van angst overvalt me. Ik zal het fenomeen later geduid zien in verschillende media: ik heb last van klimaat- angst. De klimaatstress waaraan ik lijd bestaat natuurlijk al langer dan vandaag. Het trage geweld voortgebracht door klimaatverandering, toxische afvalstromen, ontbossing, olielekken en de ecologische nasleep van oorlogsvoering trof in het verleden in de eerste plaats het globale zuiden, en de arme bevolking. Sneller dan gedacht bereikt ze vandaag ook het rijke noorden: bossen branden, rivieren staan droog, gletsjerssmelten aan een recordtempo, we krijgen de ene hittegolf na de andere. Ik voel terwijl ik dit schrijf meteen de onverschilligheid dat het cliché van deze opsomming oproept. Moedeloosheid, wat te doen?
Kaat Van Doren: ‘De titel van mijn werk, GOLDEN HOUR, is een zeer bewuste knipoog naar Beckett. De huidige onzekerheid en angst die ontstaan door de klimaatcrisis brengen vertwijfeling over de zin van het menselijk bestaan. Wachten we met ons allen op wereldwijde permanente oranje lucht veroorzaakt door luchtverontreiniging? In vergelijking tot de kracht en de snelheid van de rotatie- beweging van de aarde is de actie die de mensheid onderneemt om de klimaat- verandering te stoppen zeer zwak en traag. Vladimir en Estragon ondernemen ook geen actie en wachten op wat er gaat gebeuren. Ze wachten op iets of iemand, desnoods op de dood. Alle personages zijn met tijd bezig maar komen in werkelijkheid niet vooruit. De enige verandering, het enige houvast in het verhaal, is de boom die transformeert met de seizoenen. In het verhaal is de natuur zeer aanwezig, net zoals in de huidige klimaatcrisis. Deboom is het symbool van de cyclische tijd. De boom verliest en krijgt blaadjes, dit ervaar ik als hoopvol in het verhaal. Ik wacht op het zonlicht dat hoe dan ook steeds terugkomt. Deze geruststellende voorspelbaarheid staat in contrast met de onvoorspelbaarheid van de kracht van de zon ten gevolge van de impact van de mens op aarde. Het vergeefse wachten op menselijke actie staat in contrast met de actieve sterke natuurkracht.’
In 2011 schreef Professor Rob Nixon het invloedrijke boek Slow Violence and the Environmentalism of the Poor. Hij onderzoekt daarin de onverschilligheid die een succesvolle implementatie van een klimaatbeleid reeds tientallen jaren wereldwijd dwarsboomt. Er is te lang geen ‘sense ofurgency’ geweest. De impact van de klimaatverandering is immers traag, niet evenementieel, niet explosief, niet spectaculair... Dat schreef Nixon in 2011.In zijn boek zoekt hij onder andere naar een manier waarop het narratief en de beeldvorming over slow violence, het trage geweld, kan worden aangepast zodat het wel ‘binnen de formats van FoxNews en CNN’ past. Ondertussen, tien jaar nadat het boek verscheen, is het explosieve en zichtbarekarakter van de klimaatverandering wel bereikt. Klimaatverandering is niet meer gradueel, ze is nu welspectaculair en heeft wel onmiddellijk effect. Dat de tijd Nixons boek heeft ingehaald maakt het nietminder interessant. De mechanismen die Nixon in 2011 uiteenzette — of beter waar hij voorwaarschuwde — zijn thans volledig zichtbaar. Nog altijd minder zichtbaar zijn de zoveleklimaatactivisten die Nixon in zijn boek voorstelt (waaronder Wangari Maathai uit Kenya, deklimaatactiviste die in 2011 overleed schreef in Unbowed: A Memoir (2006) over het belang van hetbegrip bodem. Ze vergeleek het verlies aan bodemgrond met het verlies van landoppervlakte aan eenexterne vijand en klaagde de discrepantie tussen de respectieve reac- ties op beide aan. Bij verlies vanlandoppervlakte wordt meteen het leger inge- schakeld, bij bodemverlies onderneemt men zo goedals niets). Nixon schrijft over de manier waarop activisten zich engageren en organiseren, en hoe ze nog steeds gehoond worden. Denk maar aan de intimidatie aan het adres van de jonge klimaatactivisteGreta Thunberg. Met dit boek levert Nixon een belang- rijke bijdrage aan de ecokritiek, een steeds belangrijker wordend studiedomein dat de brug slaat tussen literatuur en ecologie.
Maar terug naar Kaat Van Doren. Tijdens de zomer zag ik op verschillende Instagrampagina’smeldingen over klimaatangst en klimaatstress. Anderen, zoals Kaat, stuurden me confronterende natuurbeelden. Van Doren bezorgde me de beelden vanuit het Spaanse CDAN, Centro de Arte y Naturaleza waar ze op residentie was, uitgenodigd naar aanleiding van haar kunstenaarsboek. Ze zet er haar onderzoek naar het vermogen van de zon, de relatie tussen mens, tijd en ruimte en de exploitatievan het landschap door de mens verder.
Kaat: ‘CDAN bestaat sinds 2006 en brengt tijdelijke tentoonstellingen die spe- cifiek focussen opnatuur en landschap. Op uiteenlopende specifieke locaties in het Aragonese landschap realiseerdeninternationale kunstenaars er landart- werken. Het gaat onder meer om werk van Richard Long, UlrichRückriem en Per Kirkeby. CDAN bezit ook een interessant referentiecentrum dat focust op de relatietussen kunst, natuur en landschap. Aangezien mijn artistiek onder- zoek deels bestaat uitkunsthistorisch en documentair onderzoek, biedt de spe- cialisatie van deze bibliotheek gelegenheid totreflectie over landschapskunst, kunst in de publieke ruimte, ecologische kunst, omgevingskunst… Wistje dat in deze hete zomer in Spanje klimaatschuilplaatsen opgelijst worden? Daar horen ook bibliotheken bij.
Mijn artistiek onderzoek gaat van het kunstige pittoreske schilderij naar het politieke en ecologischelandschap. Ik verken en documenteer tijdens mijn resi- dentie het (veranderende) landschap waarbij mijnfocus ligt op de transformatie van het aardoppervlak in giga fotovoltaïsche zonnepaneelparken als gevolgvan de klimaatverandering. De exploitatie is volop aan de gang. Wat is de invloed van dezetoenemende aanwezigheid op het landschap en het agrarische plat- telandsleven? Het Aragoneselandschap is indrukwekkend mooi, weids en leeg. Ik ervaar het als oeroud en mythisch, het doet medenken aan pittoreske schil- derijen. De realiteit overtreft bijna de illusie van de verbeelding. De grotetech- nologische aanwezigheid van zonneparken staat opvallend in contrast hiermee. De massale opstelling van schilden, als zwarte spiegels gericht naar de zon, werkt heel bevreemdend en raakt mijn verbeelding. Het doet me denken aan Stonehenge.
Omdat Aragon zo uitgestrekt en dunbevolkt is, is de streek aantrekkelijk voor investeerders inzonneparken. Weinig mensen, dus weinig stemmen die wegen op het beleid. Boeren worden door grotebedrijven benaderd om hun landbouw- grond te verhuren, vruchtbare gronden worden velden vanzonnepanelen. De boer krijgt inkomenszekerheid in plaats van onzekerheid door mislukte oogsten. In het kader van de klimaatcrisis is het benutten van de energie van de zon belangrijk, anderzijds toveren dezonneparken het landschap om tot een grote zwarte spie- gel en vergeet de boer zijn stiel. Eenromantische paradox?
Ik zie hier in mijn omgeving grote oppervlaktes die zwartgeblakerd zijn, waar bosbranden hebben gewoed en opnieuw opflakkeren in de hitte. Waar het vuur ondergronds blijft smeulen. De rook filtert de zonnestralen en je ziet overdag een oranje gloed. Ik wandel op een gebarsten verdroogdeaardkorst, opgekrulde scherven terracotta die het geluid maken van krakend ijs. Die erva- ringen wil ikin een nieuwe reeks schilderijen en plein air verwerken. Mijn artis- tiek onderzoek betreft het vermogen van de zon. Ooit ontstond aardolie door inwerking van zonlicht op plantaardige resten. Via deverwerking in de petro- chemie ontstond de luchtvervuiling die ons vandaag in de klimaatcrisis stort. Ik vraag me af waar de zonnepanelen ons zullen brengen...’
In een Instagrampost had Kaat het al over de idee van de romantische paradox. Die voelde ik ooksterk aan bij haar thuis, in de vitrine, toen ik de installatie bezocht: een sublieme installatie die tegelijk ook zo beangstigend en beklemmend is dat je er snel weg wil.
‘Mijn artistieke praktijk wordt getriggerd door de romantische paradox’, vertelt Kaat. ‘Puurheid bestaat niet, het is een fictie. Het romantische westerse verlan- gen naar authenticiteit, echtheid en zuiverheidis een constructie. In ons wes- telijk streven naar het natuurlijke gaan we eigenlijk kunstmatig te werk.Wat we als natuurlijk zien, is vaak heel kunstmatig geënsceneerd. De associatie die wij maken metnatuur is concreet vormgegeven door de romantici, we bewonderen of verlangen landschappen diewellicht nooit hebben bestaan. Wanneer wordt verbeelding een leugen en hoever kan dit gaan?
In mijn arbeidsintensieve zoektocht, de bijna dwangmatige pogingen om het zonlicht vast teleggen, te vatten en te kaderen in dialoog met de zon, schuilt een fundamentele paradox. Enerzijdstracht ik het licht te meten en te bedwin- gen, doordrongen van een westerse wetenschappelijke manier van denken, waarbij ik de natuurlijke levende tijd analyseer, frame en fixeer. Anderzijds vestig ikjuist de aandacht op de wil van de natuur zelf, die in principe vrij is en zich, ondanks verwoede pogingen, nooit volledig laat bedwingen. Transformatie is het beeld, het worden en vergaan. Hetresultaat van de in-situ-installatie is con- stant in beweging door de participatie van de zon alshoofdrolspeler. Ik eis de tijd op van de toeschouwer, wanneer verschijnt het zonlicht en wat vertelt de zon?
Al vele jaren — sinds 2009 — is het dus een haast onmogelijke maar versla- vende onderneming omen plein air schaduwen en zonlicht te vangen op een drager (van canvas en papier tot een muur ofvloer). De onlosmakelijke verbon- denheid tussen de rotatiebeweging van de aarde en de natuurlijkelevende tijd van zonlicht wil ik ervaren, vastleggen en overbrengen. De constante lichtveran- deringmaakt van mijn verlangen evengoed een complete ergernis en frustratie als een intense ontroering enfascinatie. Vandaag is het technologisch perfect mogelijk om het zonlichtspel te vervangen doorkunstmatig licht en een kunst- matig natuurdecor in het atelier. Op deze manier zou ik rustig kunnenwerken, niet opgejaagd door de draaiing van de aarde of niet gestoord door minder zon- nige dagen. Elklichtmoment of iedere tijdsequentie zou ik kunnen stilzetten om af te werken wat ik begon. Maar stilstandbestaat niet en is kunstmatig. Ik wil het kortstondige, vergankelijke moment vatten. Hoelang is nu?Wanneer is er zon- licht? Het aspect tijd speelt een rol. Ik wacht op de zon om haar lichtprojecties tevolgen en vast te leggen in een stoffelijk beeld. Mijn werk is een dialoog met de zon, afhankelijk van dezon en op die manier een metafoor voor de onderlinge afhankelijkheid tussen mens en natuur. De enigezekerheid is dat de zon steeds terugkomt. Valt een door de zon geprojecteerd lichtbeeld ooit terug opdezelfde plaats?’
Terwijl Kaat hierover vertelt, denk ik aan Ramses Shaffi: ‘Je kunt niet houden van de zon’declameerde hij in Pastorale. Ik vond die zin altijd al zo hard, Shaffi sprak hem ook heel dwingend uit, entegelijk is de uitspraak zo waar. Kaat: ‘Het leven en de dood komen samen in de zon: je kan niet in hetzonlicht kijken. Ik ervaar de levensnoodzakelijke en de vernietigende kracht van de zon niet als een dualiteit maar als een eenheid. Naar aanleiding van mijn fascinatie voor de zon en mijn onderzoek voorGOLDEN HOUR schreef professor astrofysica Katrien Kolenberg het essay Kinderen van de Zon voormijn boek en vertelt ze hoe wij afstammelingen zijn van de Zon. Net als de Sami en zoveel andereculturen waar de Zon als voorouder beschouwd wordt, heb ik een grote liefde voor de zon: van de eerstezonnestraal die de aarde bereikt en de magie van licht en schaduw tovert tot het laatste korte momentvan de zonsondergang. De zon gaat echter niet onder, het is de aarde die draait. Net dat laatste kantelmoment is existentieel.’
Het trage geweld voortgebracht door klimaat- verandering, toxische afvalstromen, ontbos- sing, olielekken en deecologische nasleep van oorlogsvoering trof in het verleden in de eerste plaats het globale zuiden, en de arme bevolking. Sneller dan gedacht bereikt ze vandaag ook het rijke noorden.